Reactie gemeenten Zaanstreek-Waterland op wetsvoorstel schrappen voorrang statushouders sociale huurwoningen

Reactie gemeenten Zaanstreek-Waterland op wetsvoorstel schrappen voorrang statushouders sociale huurwoningen

De zeven gemeenten in de regio Zaanstreek-Waterland—Purmerend, Zaanstad, Edam-Volendam, Wormerland, Oostzaan, Waterland en Landsmeer—hebben gezamenlijk hun zorgen geuit over het wetsvoorstel van minister Mona Keijzer om de voorrang voor statushouders bij de toewijzing van sociale huurwoningen af te schaffen.

In hun reactie benadrukken de gemeenten dat het wetsvoorstel geen rekening houdt met de specifieke uitgangspositie van statushouders. Deze groep heeft doorgaans nog geen sociaal netwerk opgebouwd en kan zich pas inschrijven voor sociale huurwoningen nadat zij een verblijfsvergunning hebben ontvangen, waardoor zij geen wachttijd hebben opgebouwd. Bovendien zijn statushouders inburgeringsplichtig, wat het moeilijk maakt om (fulltime) te werken en zelfstandig huisvesting te organiseren. 

De gemeenten vrezen dat het afschaffen van de voorrang zal leiden tot knelpunten in de opvangketen. Zonder voorrang stagneert de doorstroom van statushouders uit opvanglocaties, wat kan resulteren in overvolle asielzoekerscentra en hogere kosten voor alternatieve huisvesting. Daarnaast kan het ontbreken van een stabiele woonplek de integratie van statushouders belemmeren, wat de kans op langdurige afhankelijkheid van sociale voorzieningen vergroot. 

De gemeenten pleiten daarom voor een structurele oplossing via het gemeentefonds en roepen het kabinet op om te investeren in de bouw van meer sociale huurwoningen. Zij benadrukken dat de woningnood niet wordt veroorzaakt door statushouders, maar door een algemeen tekort aan betaalbare huurwoningen. 

Eerder hebben 16 andere gemeenten, waaronder Amsterdam, ook al een brandbrief gestuurd aan de minister met vergelijkbare zorgen. 

De internetconsultatie over het wetsvoorstel is inmiddels beëindigd. Minister Keijzer zal de ontvangen reacties bekijken en mogelijk aanpassingen doen aan het wetsvoorstel voordat het wordt voorgelegd aan de Raad van State en de Tweede Kamer.